“We willen alle Europeanen een toegankelijk platform bieden waar ze commissievrij kunnen beleggen”
“We willen alle Europeanen een toegankelijk platform bieden waar ze commissievrij kunnen beleggen”
— 15 juni 2021
Beleggen toegankelijk maken voor alle Europeanen, dat is de missie van BUX, de snelst groeiende mobiele broker van Europa. Met Mark Lamers als nieuwe CFO wil de van oorsprong Amsterdamse fintech haar internationale positie versterken. Het platform moet beleggen toegankelijk maken, zonder dat gebruikers daarvoor commissie betalen. “De kapitaalmarkt verandert razendsnel. Het wordt voor de nieuwe generatie steeds belangrijker om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen financiële toekomst,” aldus Lamers.
Met een achtergrond in economie en ruim veertien jaar ervaring bij de corporate finance-afdeling van ABN AMRO, is Lamers klaar voor een nieuw avontuur. “BUX is een snelgroeiend, jong en dynamisch bedrijf. Ik ben ontzettend blij dat ik deze keuze heb gemaakt,” vertelt Lamers. Maar ook vanuit een persoonlijke interesse is dit een logische stap. “Sinds mijn jeugd ben ik geïnteresseerd in de kapitaalmarkt en volg ik alle ontwikkelingen op de voet. Daardoor heb ik een persoonlijke affiniteit met het beleggingsproduct van BUX ontwikkeld. Wat mij vooral boeit, is dat de kapitaalmarkt een reflectie is van alles wat er gebeurt in de wereld. Het dwingt je om na te denken over de wereld van morgen.”
Getailored en lokaal product
In eerste instantie is Lamers verantwoordelijk voor het runnen van de finance-afdeling van BUX. Daarnaast hoopt hij ook een bijdrage te leveren aan de internationale groei en de verdere ontwikkeling van het productaanbod. “Met de vorige kapitaalronde hebben we tachtig miljoen dollar opgehaald. Dat bedrag wil ik op een verantwoorde manier investeren om verder op te kunnen schalen. We willen namelijk alle Europeanen een toegankelijk platform bieden waar ze commissievrij kunnen beleggen in aandelen en ETF’s.”
Omdat de Europese markt ontzettend heterogeen is, is het volgens Lamers cruciaal om lokaal aansluitende producten te ontwikkelen. “Je moet maatwerk bieden op het gebied van wetgeving, infrastructuur en betaalmethodes. Deze aspecten gaan hand in hand met de lokale valuta en taal. We willen dus echt een getailored en lokaal product ontwikkelen. Daarbij is het cruciaal dat het product op technisch en cultureel vlak aansluit op het land waarbinnen je het product aanbiedt. Als financiële dienstverlener moet je namelijk vertrouwen uitstralen.”
Additionele pijler
In korte tijd zijn er heel wat zaken veranderd die een impact hebben op de financiële toekomst van mensen. “We worden voornamelijk gedreven door de lage rentes van vandaag. Ook het onzekere pensioenstelsel speelt een rol: vroeger had je een gegarandeerd pensioen, nu ligt het risico van het uiteindelijke pensioen bij de werknemer.” En dan vormt ook corona een bron van onzekerheid, voor nu en richting de toekomst.
Daarom is het volgens Lamers steeds belangrijker om te starten met beleggen. “Het is een additionele pijler onder je financiële toekomst. BUX biedt dit aan, zónder commissie. Zo geven we iedereen, ongeacht de grootte van je portefeuille, de kans om een buffer op te bouwen.”
Cryptocurrencies
Naast BUX Zero, waar beleggers sinds 2019 in aandelen en ETF’s kunnen investeren, is BUX Crypto een ander populair platform van de fintech. “De vraag naar cryptocurrencies stijgt. Steeds meer partijen laten zich publiekelijk uit over hun investeringen in crypto. Dat zijn niet alleen de institutionele investeerders, maar ook particuliere klanten. BUX Crypto biedt hen de mogelijkheid om hun portemonnee verder te diversifiëren.”
Voor zij die liever handelen op de korte termijn, is er ook BUX X, een platform dat zich richt op kortetermijntransacties.
Content op maat
Omdat de meeste klanten jonge en startende beleggers zijn, focust BUX zich sterk op educatie. “Je kunt beleggen vergelijken met een auto kopen: je kunt niet met een auto rijden zonder rijbewijs. Daarom voorzien we onze gebruikers actief van content. We merken namelijk een shift: de huidige generatie gaat zelf op zoek naar informatie, in plaats van zich op een persoonlijke manier door een beleggingsadviseur te laten voorlichten .” Naast een forum, Instagrampagina, Twitteraccount en Facebookprofiel, is BUX ook actief op YouTube.
Net op die online componenten zet de mobiele broker sterk in. “Mensen zoeken zelf naar content, informatie en educatie door middel van deze platformen. Beleggen brengt namelijk risico’s met zich mee en klanten willen zich goed informeren over de beslissingen die ze nemen. We hebben zelfs een team van specialisten die zich dagelijks bezighoudt met het creëren van content voor onze gebruikers. Hiermee stralen we vertrouwen uit richting onze huidige en toekomstige gebruikers.”
Wat als betaalbare seizoensopslag onhaalbaar blijkt?
George Kroeker, via Unsplash Public Domain
Deze column verscheen eerder in het juninummer van technologietijdschrift De Ingenieur.
In krap 2 decennia hebben windturbines en zonnepanelen zich opgewerkt tot de werkpaarden van de energietransitie. Van schreeuwend duur tot vrijwel overal de eerste keuze voor betaalbare nieuwe elektriciteitsproductie. De rol van de hernieuwbare bronnen overstijgt inmiddels het traditionele elektriciteitsverbruik. Via elektrificatie zijn wind- en zonneparken ook bepalend voor de CO2-reductie in mobiliteit, warmte en industrie.
Ondanks de hoopgevende opmars is een belangrijk nadeel niet weg te nemen: wind- en zonnestroom blijven afhankelijk van het weer. Het weer is bovendien sterk gerelateerd aan de seizoenen. In de Nederlandse winter levert een zonnepaneel nog geen kwart van zijn zomerproductie. Hoewel windturbines in de regel juist goed draaien als het bewolkt is, is die wetmatigheid bij lange na niet sterk genoeg om op te vertrouwen. In een land dat draait op wind- en zonnestroom, is energieopslag cruciaal. En dan zijn de accu’s van Elon Musk niet genoeg. Het moet seizoensopslag zijn. En dat valt nog niet mee.
Seizoensopslag maakt betaalbare wind- en zonnestroom alsnog duur.
Grote volumes elektriciteit voor maanden opslaan is vooralsnog enkel haalbaar in waterstof. Bij het omzetten van elektriciteit naar waterstof en weer terug verlies je ruim de helft van de wind- of zonne-energie. En een installatie die zomerse overschotten opslaat voor levering in de winter, staat in de herfst en de lente werkloos geld te kosten. Seizoensopslag maakt betaalbare wind- en zonnestroom zo alsnog duur.
In deze fase van de energietransitie is het daarom goed te realiseren dat seizoensopslag slechts een middel is. Drie gangbare gedachten maken dat seizoensopslag veel belangrijker lijkt dan het is. Ten eerste het idee dat alles met wind en zon moet. Daar is geen sprake van. Ook waterkracht, aardwarmte, kernenergie, biomassa en aardgas met CO2-opslag passen in een duurzaam energiesysteem. Dat zijn bronnen waarbij opslag van nature is inbegrepen. Als we wind- en zonnestroom optimaal benutten als het waait of zonnig is, blijven de overige, schaarsere bronnen vanzelf over voor als het donker en windstil is.
Ten tweede het streven naar zelfvoorziening. Ook toen Nederland een belangrijke exporteur van aardgas was, importeerden we veel kolen en olie. Zeker in een dichtbevolkt land met jaarlijks een winter leggen we de lat met duurzame zelfvoorziening wel erg hoog. Laat de grootschalige productie van waterstof over aan landen waar het het hele jaar zonnig is, of waar waterkracht of kernenergie volop beschikbaar zijn. Import is niet vies.
Tot slot het meest Hollandse idee: dat weggooien zonde is. Als een windpark produceert tegen 4 cent per kilowattuur en elk jaar liefst 20% van zijn opbrengst wegkiept, kost zijn stroom effectief 5 cent per kilowattuur. Nog steeds prima betaalbaar. Het is tegenintuïtief maar koste wat kost voorkomen dat we windstroom verspillen, leidt vrijwel zeker tot hogere kosten en meer materiaalverbruik. Verspilling dus.
De zoektocht naar betaalbare, efficiënte en grootschalige energieopslag blijft absoluut de moeite waard. Laat de voortgang van de energietransitie daar echter niet van afhangen. Het kan ook zonder seizoensopslag. Gelukkig maar!
Imagecredit: George Kroeker, via Unsplash Public Domain
Zo maken we maatschappelijk verantwoord incasseren haalbaar
Zo maken we maatschappelijk verantwoord incasseren haalbaar
— 11 juni 2021
Het effect van schulden zijn groot. Niet alleen voor personen en gezinnen, zoals de toeslagenaffaire laat zien, maar ook voor bedrijven. Dat zullen we binnenkort ondervinden wanneer de coronamaatregelen verder worden opgeheven, steunpakketten geheel of gedeeltelijk wegvallen en uitgestelde betalingen voor huur, kredieten en belastingen weer opgepakt moeten worden. Aansluitend op de maatschappelijke en politieke discussie over de bestaande praktijk om vorderingen te innen, zoeken ook partijen binnen de branche naar manieren om het anders aan te pakken. Toch keert steeds weer de vraag terug: is maatschappelijk verantwoord incasseren echt haalbaar? Ja, is onze vaste overtuiging. Daarvoor zijn er twee belangrijke vereisten: zorgen dat de schuldenproblematiek zo vroeg mogelijk gesignaleerd wordt en de introductie van een nieuw tariefsysteem. Een enorme omschakeling, maar de eerste stappen zijn gezet.
Auteur: Michel van Leeuwen, directielid en gerechtsdeurwaarder van Flanderijn
Er wordt vaak gesteld dat maatschappelijk verantwoord incasseren een hype is. Ik zie het als een ontwikkeling in de manier waarop we als samenleving, maar ook als branche, naar incasseren kijken. Mijn visie daarop is de afgelopen tien à vijftien jaar erg veranderd. Nog niet zo lang geleden stuurde je als incassopartij een sommatie, iemand betaalde niet en dan stapte je namens de schuldeiser naar de rechter. Dat was een veelvoorkomende en ook logische methode. Daarin is een enorme omwenteling gekomen. Van de zaken die wij ontvangen, wordt uiteindelijk heel veel minnelijk geregeld: opgelost zonder dat hier een rechter aan te pas komt.
Vroeg signaleren
Om als branche te komen tot een werkwijze en tariefstructuur die meer in lijn zijn met de huidige wensen van de samenleving en politiek, is allereerst een andere blik op incassering nodig. Eén waarbij meer evenwicht is in de belangen van schuldenaar, schuldeiser en andere betrokken partijen. In ons webinar ‘Maatschappelijk verantwoord incasseren, wanneer stopt het?‘ kwam duidelijk naar voren dat verschillende schuldeisers, zoals woningcorporaties, zorgverzekeraars en gemeentes daar ook mee bezig zijn.
Wouter Weijenborg, manager debiteuren en polissen bij Menzis signaleerde dat schulden die escaleren vaak uitmonden in medische problemen. “De bloeddruk stijgt, dan kun je een pilletje voorschrijven, maar het is misschien beter ervoor te zorgen dat de schuld afneemt en daarmee de druk op de schuldenaren vermindert. Als zorgverzekeraar maken wij daarom goede afspraken met gerechtsdeurwaarders en gemeentes. Een belangrijk deel van de oplossing zit bij vroegsignalering van schuldenproblematiek. Dan kan worden voorkomen dat problemen groter worden. Sinds de wet is aangepast, per 1 januari, zijn gemeentes verplicht daar ook meer energie in te steken. Het kan misschien wel sneller, maar de beweging is er.”
Een nieuw evenwicht vraagt ook om een andere tariefstructuur
De tweede uitdaging is om gezamenlijk te komen tot een andere tariefstructuur. Uit de samenleving en de politiek komt het verwijt dat juist de bijkomende kosten ertoe leiden dat schuldenaren nog verder in de problemen komen. Dat beeld herken ik ook. De rekening voor het incasseren van de vordering wordt bijna altijd bij de schuldenaar neergelegd. Het is dan zaak om die kosten zo laag mogelijk te houden. Deurwaarders kunnen en willen daarin een rol spelen, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan en een maatwerkregeling af te spreken. Een goede ontwikkeling is dat ook opdrachtgevers steeds vaker vragen zaken minnelijk op te lossen en dat ze steeds meer letten op de kosten die bij de niet-betalende klant in rekening worden gebracht.
Voor de schuldenaar heeft dat als voordeel dat incassokosten binnen de perken blijven en er geen proceskosten of kosten voor de tenuitvoerlegging bijkomen. Voor deurwaarders heeft het echter een heel ander effect. Een deurwaarder krijgt betaald voor het afgeven van een dagvaarding, maar als hij langsgaat bij een schuldenaar en de dagvaarding weer mee terugneemt, omdat hij zijn verhaal heeft aangehoord en hem heeft gestimuleerd naar de gemeente te gaan voor een schuldhulptraject, dan mag hij in veel gevallen niets in rekening brengen. Dat is een verkeerde impuls. Om maatschappelijk verantwoord te kunnen incasseren moeten we dus toe naar een tariefmodel waarin deurwaarders ook betaald worden voor het vinden van de beste oplossing, in plaats van dat zij voor hun verdiensten afhankelijk zijn van het incasseren van de vordering.
Concrete stappen naar ander tarief
Zo’n ander tariefmodel is een hele verandering, zeker omdat er ook veel partijen in de markt actief zijn die volledig werken op basis van een provisiemodel. Maar gelukkig worden er bij veel schuldeisers al concrete stappen gezet. Richard van Westenbrugge, Procescoördinator Incasso·bij Woonbron, vertelt dat de woningcorporatie als ambitie heeft om nul woninguitzettingen per jaar te realiseren. Om dat doel te bereiken, gaan ze zelf direct met de huurder in gesprek wanneer de eerste betaling uitblijft. Als toch de deurwaarder moet worden ingeschakeld, vragen ze diegene om te streven naar een minnelijke oplossing.
Ze hebben met de deurwaarders waarmee ze samenwerken een vast tarief en een aantal KPI’s afgesproken. Zoals het aantal zaken dat minnelijk wordt opgelost ten opzichte van het aantal dat naar de rechter is gegaan. Hoeveel contactmomenten er zijn geweest. Het aantal ontruimingen dat is uitgevoerd en heel belangrijk: hoe deurwaarders ernaar streven dat er geen recidive ontstaat. Richard: “Het is een gevolg van onze strategische keuze dat we daar financieel aan bijdragen. Wij willen dat deurwaarders echt iets anders gaan doen, meer zaken zelf oplossen in plaats van naar de rechter brengen. Dan moet je daar ook een ander tariefmodel tegenover zetten. Je kunt niet zeggen: je gaat meer doen voor minder geld.”
Geen hype, maar een blijvende verandering
Maatschappelijk verantwoord incasseren is geen hype, daar ben ik in de afgelopen vijftien jaar wel van overtuigd geraakt. Het zal echter alleen haalbaar zijn wanneer we met alle betrokken partijen zoeken naar een nieuw evenwicht in de verschillende belangen. We moeten gezamenlijk werken aan oplossingen. Ook moeten we anders kijken naar incasseren. Zo vroeg mogelijk signaleren wat de oorzaak is van het betalingsprobleem en zoveel mogelijk passende oplossingen vinden, zodat kosten niet uit de hand lopen. Daarvoor is ook een andere tariefstructuur noodzakelijk. De politiek heeft daar een belangrijke rol in. Zorg bijvoorbeeld voor ambtelijke tarieven die duurzame betalingsoplossingen stimuleren. Steeds meer schuldeisers en incassopartijen zetten de eerste stappen. Nu moeten we doorpakken.
BUX haalt ABN topman en Catawiki topvrouw aan boord
BUX haalt ABN topman en Catawiki topvrouw aan boord
— 9 juni 2021
De snelst groeiende mobiele broker van Europa, BUX, heeft twee aanwinsten voor het leiderschapsteam binnengehaald om de internationale uitbreiding verder te versnellen. In navolging op de recent aangekondigde financieringsronde van 67 miljoen euro, kondigt het bedrijf vandaag de komst van Mark Lamers RC (39) en Erin Stewart (41) aan. Lamers, voormalig Managing Director Financial Institutions Group Advisory bij ABN, zal de rol van CFO* op zich nemen en Stewart, voorheen Vice President of People bij Catawiki wordt de nieuwe Head of People & Culture.
“BUX beleeft een ongekend bijzonder jaar. Ik ben dan ook zeer enthousiast dat Mark en Erin ons team komen versterken en deel gaan uitmaken van onze volgende groeifase,” zegt Yorick Naeff CEO van BUX. “Bij BUX bouwen we aan de toekomst van beleggen die aansluit op de manier waarop Europeanen hun financiële toekomst willen veiligstellen. De rente op spaargeld heeft een historisch dieptepunt bereikt. Mede door deze lage spaarrente en een afkalvend pensioenstelsel, verdient iedereen een kans om een stabiele toekomst op te bouwen en meer met hun geld te doen. Dit kunnen we niet zonder innovatieve denkers en experts uit de industrie. We kijken uit naar hoe we de toekomst van BUX gaan vormgeven met deze gevestigde namen aan boord”.
Egbert Pronk, CFO sinds de oprichting van BUX, zal het stokje overdragen aan Lamers en zelf de rol van Chief Risk Officer (CRO) op zich nemen. Lamers brengt meer dan 14 jaar ervaring in de financiële sector met zich mee, waarvan ruim 12 jaar bij ABN Amro. Lamers zijn eerdere ervaring betrok zich met het tot stand brengen en uitvoeren van corporate finance-transacties voor financiële instellingen, waaronder beursintroducties en fusies en overnames, in heel Europa.
“Ik vind het fantastisch om de altijd dynamische fintech-sector te betreden en de missie van BUX, de nieuwe generaties beleggers controle te laten nemen over hun financiële toekomst, spreekt mij enorm aan.” zegt Mark Lamers, CFO van BUX. “Vanaf jongs af aan trekt de beurs me en ook op professioneel vlak heeft de aandelenmarkt altijd een sleutelrol gespeeld. Juist door mijn uitgebreide kennis van de financiële markten, ben ik ervan overtuigd dat beleggen toegankelijker moet én kan”.
Stewart heeft bijna 20 jaar ervaring in het vormgeven van de cultuur van verschillende snelgroeiende techbedrijven, waaronder het meest bezochte verkoopplatform van Europa, Catawiki. Doordat ze voorheen de HR-afdeling leidde bij LendInvest, een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde alternatieve geldschieter op de vastgoedmarkt, brengt ze ook 2,5 jaar aan ervaring in fintech met zich mee.
“Een sterke cultuur is net zo essentieel voor het succes van een bedrijf als financiële- en groeiresultaten”, zegt Erin Steward, Head of People and Culture bij BUX. “Tijdens deze nieuwe groeifase is het cruciaal voor BUX om de levendige startupcultuur naar een hoger niveau te tillen en het beste talent uit Europa aan te trekken. Retentie van bestaand talent en expertise is daarnaast minstens zo belangrijk.”
Door de snelle uitrol van BUX Zero is het aantal nieuwe werknemers van BUX in de eerste helft van 2021 met bijna 30% gestegen. Het bedrijf heeft momenteel 166 medewerkers en heeft 38 verschillende nationaliteiten aan boord.
*De benoeming van de nieuwe CFO is onder voorbehoud van goedkeuring door AFM & DNB.
Herformuleren van waarde bij beleggingen
Edward Howell, via Unsplash Public Domain
Er is behoefte aan een herformulering van waarde. Het vertrouwen in beursgenoteerde bedrijven daalt en op wereldniveau hebben onderwerpen als klimaatverandering, globalisering en macht van grote technologische bedrijven grote invloed.
Dit artikel is onderdeel van een samenwerking met EvivanLanschot.nl.
Deze ontwikkelingen maken dat enkel kijken naar winst of een stijgende beurskoers niet voldoende is om de waarde van iets vast te stellen. Want kijkt er iemand naar hoe de winsten tot stand komen? Kijkt iemand of een bedrijf zich ook inzet voor een betere wereld?
Purpose
Het is voor bedrijven steeds belangrijker om te laten zien waar waarde vandaan komt en om open en transparant te zijn over de processen binnen het bedrijf. Hierbij is het begrip ‘purpose’ belangrijk. Klanten en investeerders willen weten waarom en hoe een bedrijf iets doet. Het boek ‘Het Grote Gevecht’ van Jeroen Smit over Paul Polman (voorheen topman van Unilever) behandelt de afwegingen tussen wensen van aandeelhouders en andere belanghebbenden.
Persoonlijke integriteit moet volgens Polman leidend zijn in de acties die je uitvoert. Vele bedrijven communiceren doelen met de buitenwereld. Helaas ligt de praktijk niet altijd in lijn met deze doelen. Dit wordt ook wel ‘purpose washing’ genoemd. Bijvoorbeeld een bedrijf dat staat voor ‘girl power’, maar mannelijke werknemers meer loon betaalt dan de vrouwelijke werknemers.
Doelen op wereldniveau
De Verenigde Naties hebben doelen opgesteld om de wereld voor 2030 een betere en meer duurzame plek te maken. De Sustainable Development Goals (SDG’s) bestaan uit 17 doelstellingen met daarbinnen 169 targetpunten. Ze vormen een routekaart om problematiek als armoede, kinderarbeid en klimaatverandering collectief aan te pakken. Deze SDG’s helpen om de waardecreatie van bedrijven beter te bepalen.
De rol van Evi
Evi is een onderdeel van Van Lanschot Kempen, een vermogensbeheerder die streeft naar het duurzaam opbouwen van vermogen. Vermogen is nodig voor maatschappelijke cohesie. Dit omdat het mensen in staat stelt om te ondernemen, te investeren en verantwoorde risico’s te nemen.
Maatschappelijke betrokkenheid is een belangrijke waarde voor Evi, evenals een duurzame bedrijfsvoering. Er wordt bijvoorbeeld actief gewerkt aan verduurzaming van de duurzame beleggingen. Omdat enkel doelstellingen niet voldoende zijn, is er een waardecreatiemodel opgesteld die laat zien wat er binnen de Evi Fondsen gebeurt. Hierbij worden de Sustainable Development Goals als leidraad gebruikt.
Imagecredit: Edward Howell, via Unsplash Public Domain
Vattenfall bouwt waterkoker van 150 megawatt voor Amsterdam
Anne Nygård, via Unsplash Public Domain
Energieconcern Vattenfall gaat bij haar gascentrale in Diemen een elektrische boiler van 150 megawatt bouwen. De e-boiler zal duurzame stroom gebruiken en levert aan het warmtenet van Almere, Diemen en Amsterdam.
Later deze eeuw een logische warmtebron
Het stadswarmtenet van Vattenfall in de regio Amsterdam draait nu nog primair op de restwarmte van de gascentrale bij Diemen. Al in 2014 is een thermoskan van 22 miljoen liter gebouwd om warmte te bufferen.
Dankzij deze buffer kon de warmtelevering doorgaan op momenten dat er geen vraag naar elektriciteit uit de gascentrale was. Nu de opmars van wind- en zonnestroom doorzet, groeien de periodes dat de gascentrale voor de elektriciteitsproductie niet rendabel is terwijl de stadswarmte ervan afhankelijk blijft. Dit zowel in frequentie als in tijdsduur. De grote e-boiler stookt straks de buffer warm als er voor langere tijd goed waait en/of zonnig is, terwijl de vraag naar warmte onverminderd hoog is.
De boiler zet dan goedkope (en soms al overtollige) hernieuwbare elektriciteit om in warmte, zonder lokale emissies.
Niet de ideale volgorde in de energietransitie
Eerder leek Vattenfall een bescheidener e-boiler te gaan plaatsen, er is gesproken van 10 tot 100 megawatt in 2023. De vergunningsaanvraag gaf al wel ruimte om later op te schalen tot 200 megawatt. De Volkskrant schrijft vandaag dat het om een boiler van liefst 150 megawatt gaat, die in 2024 in bedrijf kan komen.
De stroomproductie is in 2024 waarschijnlijk nog niet vaak genoeg duurzaam genoeg om met een efficiëntie van 100% grootschalig warmte te produceren. Dat is meer iets voor 2030 of later. Tot die tijd is warmtelevering door warmtepompen (met een efficiëntie van 250 tot 600%) of duurzame biomassa qua CO2-uitstoot verstandiger. Een warmtepomp haalt echter niet de hoge temperatuur die de afnemers van het lokale warmtenet nodig hebben en de biomassaketel – die Vattenfall logischerwijs wel gepland had – lijkt er door groot en hevig protest uit de omgeving en het hele land voorlopig niet te komen.
Direct extra flexibiliteit
Hoewel het beter was geweest als de e-boiler pas ná 2030 de primaire energielevering van de biomassaketel had overgenomen, is het mooi dat het energieconcern ondanks tegenslagen doorwerkt aan de energietransitie.
Omdat de boiler snel aan en uit kan, kan hij al op korte termijn een mooie rol spelen in het uitvlakken van kortdurende overschotten en tekorten van elektriciteit. Belangrijker is dat de aardgascentrale straks bij langduriger overschotten wind- en zonnestroom niet meer hoeft te draaien om te voorkomen dat half Amsterdam bibbert van de kou. In landen met al veel meer wind- en zonnestroom, kernenergie en/of waterkracht hebben elektrodeboilers voor warmtenetten zich al ruimschoots bewezen. Hieronder een video (willekeurige fabrikant) met uitleg over het werkingsprincipe.
Imagecredit: Anne Nygård, via Unsplash Public Domain
Douze points voor selectieve verontwaardiging windmolenwieken
Bill Abbott, via Flickr Creative Commons
De Deense windturbinebouwer Vestas heeft met wetenschappers en materiaalleverancier Olin een recyclingtechniek voor afgeschreven windturbinewieken ontwikkeld. Hoogwaardig hergebruik van deze wieken is nu nog een grote uitdaging.
Gemaakt om zeker 25 jaar heel te blijven
De wieken van moderne windturbines zijn technische hoogstandjes. Tientallen meters lang, lichtgewicht en robuust genoeg om decennia weer en wind te doorstaan onder enorme belasting.
De windindustrie gebruikt vanwege deze zware eisen thermoset vezelcomposieten. “Dit materiaal verkrijgt zijn unieke combinatie van laag gewicht en hoge sterkte door de verbinding tussen vezels en epoxyhars”, zegt Simon Frølich, promovendus bij het Danish Technological Institute. “Juist deze sterke binding maakt recycling complex. Het door ons ontwikkelde chemische proces is echt een doorbraak. We geven de beide individuele materialen opnieuw waarde.”
Recycling van windturbines is nogal een thema
Windturbines worden bij einde levensduur voor het overgrote deel (85-90%) al gerecycled. De mast, de generator en electronica bestaan uit materialen die waardevol én eenvoudig terug te winnen zijn. De wieken zijn een uitzondering. Lastig te recyclen omdat epoxy niet verweekt bij verhitting terwijl het materiaal verre van schaars is. Meestal worden afgedankte wieken geschredderd en verwerkt in vezelbeton of verbrand voor energieproductie. Niet hoogwaardig, wel een prima verwerking.
In sommige landen is storten van afval nog toegestaan, en dat gebeurt soms ook. Een foto van een stortplaats in de VS waar oude verzaagde wieken worden ‘begraven’ (zie Tweet hiernaast) is onder tegenstanders van duurzame energie verworden tot een favoriete stok om voorstanders van windenergie mee om de oren te slaan. Niet fraai inderdaad, maar ook storten is geen ramp. Misschien zelfs beter dan verbranden. Er komt geen CO2 bij vrij en – mocht hoogwaardig recyclen later wél haalbaar zijn – opgraven is altijd nog mogelijk.
Op naar volledige recycling, ook in de luchtvaart
Aanhoudende ophef over de nog niet recyclebare 10-15% van windturbines heeft er ongetwijfeld aan bijgedragen dat Vestas vaart heeft gezet achter wiekrecycling. Dankzij CETEC (Circular Economy for Thermosets Epoxy Composites) is het binnen 3 jaar mogelijk om de composieten op te werken tot herbruikbare vezels en gerecyclede epoxy met dezelfde kwaliteit als verse.
Zo blijkt wederom dat selectieve verontwaardiging mooie dingen kan voortbrengen. De positieve impact van CETEC overstijgt waarschijnlijk de windindustrie. Ook in auto’s, boten en vliegtuigen zijn de afgelopen decennia veel vezelcomposieten verwerkt. Wereldwijd staan – zonder enige ophef overigens – duizenden afgeschreven vliegtuigen definitief geparkeerd op boneyards. Effectieve recycling is daar nu misschien ook denkbaar.
Er is en wordt ondertussen ook gewerkt aan wieken uit aluminium en thermoplastische harsen die wel smelten bij verhitting. Introduceren van nieuwe materialen in een sector die zo hard groeit is echter lastig. De markt vraagt om steeds langere wieken. Het uiterste uit de techniek halen doe je het liefst met materialen waar je de eigenschappen van kent en vertrouwt.
Het mooie van het proces van Vestas en co is dat een bezwaar wegvalt om epoxyvezelcompositieten te blijven gebruiken, terwijl ook vrijwel alle bestaande bladen van oude windmolens die de komende jaren vrijkomen te recyclen zijn. Het zou een prachtig statement van de turbinefabrikant zijn om de begraven wieken van de bekende foto op te graven en te verwerken tot nieuwe wieken. Dan moeten tegenstanders van vooruitgang op zoek naar een nieuw minor detail om windenergie zwart te maken. En natuurlijk gaan ze dat vinden. Nu al benieuwd welke positieve ontwikkeling daar vervolgens weer van uitgaat!
Bron: Vestas / Imagecredit: Bill Abbott, via Flickr Creative Commons
Rollen social media en personal branding nemen toe in salesproces
Rollen social media en personal branding nemen toe in salesproces
— 19 mei 2021
Maar liefst 87 procent van de Nederlandse sales- en marketingverantwoordelijken verwacht in 2021 de meeste nieuwe klanten te werven via LinkedIn. Dit blijkt uit het Nationale Social Readiness Assessment van ProSpex, uitgevoerd onder 111 Nederlandse commercieel managers. Ondanks dat het gros van de ondervraagde professionals het online netwerkplatform als de ‘heilige verkoopgraal’ beschouwt, vindt de helft van hen de kwaliteit van de leads ondermaats.
Opvallend genoeg noemt slechts zestig procent LinkedIn op dit moment het meest waardevolle platform. Het eigen netwerk (78 procent) en referenties (68 procent) scoren halverwege het jaar aanzienlijk hoger. “Veel B2B-bedrijven zien het potentieel van LinkedIn, maar weten niet precies hoe zij dit kunnen benutten”, zegt Maxim Spek, oprichter en eigenaar van ProSpex. “In ons onderzoek komt dit duidelijk naar voren, wat hun ontevredenheid over de kwaliteit van binnenkomende leads verklaart. Of LinkedIn daadwerkelijk meer kwalitatieve leads gaat opleveren dan het eigen netwerk en referenties, is nog maar de vraag. Die twee voeren namelijk al jarenlang de lijst met meest waardevolle saleskanalen aan.”
Kwaliteit en kwantiteit
Naast de kwaliteit van de leads is maar liefst driekwart van de respondenten ontevreden over de hoeveelheid leads dat binnenkomt via LinkedIn. Dit komt onder andere doordat 64 procent van hen het genereren van voldoende afspraken uit hun eigen online netwerk als de grootste uitdaging beoordeelt. Zowel op organisatie- (53 procent) als op persoonlijk niveau (57 procent) lukt het de respondenten niet om een succesvolle salesaanpak voor LinkedIn te implementeren. Spek: “Tegenwoordig hebben de meeste bedrijven simpele dingen als posten en opvolgen wel onder de knie. Uit het onderzoek blijkt dat veel respondenten het lastig vinden om het totale proces uit te tekenen op basis van een heldere visie. Onderscheidende content is belangrijk en leuk, maar dat is alleen de brandstof. Zonder auto heb je er niets aan. Eerst visie, proces en skills, daarna de contentcreatie.”
Personal branding
Uit het onderzoek blijkt verder dat personal branding van groot belang is in het salesproces. Zo stellen maar liefst zeven op de tien ondervraagden dat mensen belangrijker zijn dan bedrijfsmerken. Hierdoor besteedt 77 procent van hen momenteel meer aandacht aan social networking dan een jaar geleden. Spek: “In de consumentenbranche is het al heel gewoon, maar binnen de B2B-sector denk je niet zo snel aan influencers. Toch gebeurt dit elke dag, al dan niet onbewust. Mensen nemen eerder iets aan van iemand die zij kennen of respecteren, dan van een bedrijf. Het is niet voor niets dat de meeste samenwerkingen nog steeds via het eigen netwerk of referenties tot stand komen. Wanneer je jezelf meer als merk gaat zien en vanuit die strategie relevant blijft voor je connecties, zul je zien dat dit meer effect heeft dan wanneer je puur vanuit je bedrijfsnaam communiceert.”
Consortium voor 25 gigawatt groene waterstofproductie in Oman
Adil Riyami, via Unsplash Public Domain
Het Omaanse staatsoliebedrijf OQ, de Hongkongse projectontwikkelaar InterContinental Energy en investeerder Enertech uit Koeweit kondigen aan de intentie te hebben samen ‘miljoenen tonnen waterstof per jaar’ te produceren in Oman.
Het hele jaar een ideale combinatie van wind en zon
Het consortium meet sinds 2019 het opwekpotentieel voor wind- en zonnestroom in de regio Al Wusta. Overdag is het vrijwel het hele jaar door zonnig, terwijl in de avond en nacht de wind opsteekt. Dat maakt een stabiele waterstofproductie mogelijk.
De regio grenst aan de Indische Oceaan, wat zowel de watervoorziening als de afvoer van geproduceerde groene waterstof vereenvoudigt. “Dit is een mijlpaal in onze missie om betaalbare CO2-neutrale brandstoffen te leveren aan een groeiende, wereldwijde markt”, zegt Alicia Eastman, president bij InterContinental Energy. “Alleen als we én brandstoffen én elektriciteitsproductie decarboniseren kan de wereld het Parijse klimaatakkoord naleven.”
Nog een erg lange weg te gaan voor duurzame waterstofexport
Het ligt inderdaad voor de hand dat Oman en andere landen in het Midden-Oosten een belangrijke rol gaan spelen in de wereldwijde markt voor waterstof. De condities voor de productie van de groene energiedrager zijn dankzij de vele zonuren en ook regelmatig wind ideaal. Met een bevolkingsdichtheid van 16 inwoners per vierkante meter is de ruimtelijke uitdaging in Oman ook aanmerkelijk kleiner dan bij de ruim 500/km2 in Nederland. Als olieproducent hebben Oman en buurlanden bovendien al een industrie en infrastructuur voor de verwerking en export van brand- en grondstoffen.
Vermoedelijk juist vanwege de lokale olie- en gasproductie is het grote potentieel voor hernieuwbare stroomproductie vooralsnog nauwelijks benut. In 2018 produceerde Oman volgens het IEA 38 miljard kilowattuur elektriciteit, 97% daarvan uit aardgas, 3% uit olie en nog geen 0,01% uit zonnestroom. Voordat waterstofexport uit Oman als duurzaam te kwalificeren is, zal eerst de nationale energievoorziening substantieel moeten verduurzamen. Ook daarvoor zal al zo’n 25 gigawatt aan wind en zonneparken nodig zijn. En ook daarbij komt de stabiele combinatie van wind en zon natuurlijk uitstekend van pas.
In gesprek met Bloomberg schat Eastman dat het beoogde waterstofproject $30 mrd zal kosten. Een finale investeringsbeslissing zal op zijn vroegst in 2026 vallen. Grootschalige productie dus niet voor 2030. Ook deze potentiele bron van miljoenen tonnen waterstof per jaar kan dus nog lang geen serieuze rol spelen in het Nederlandse energiebeleid.
Bron: InterContinental Energy, Bloomberg / Imagecredit: Adil Riyami, via Unsplash Public Domain
Deze vijf eigenschappen zijn onmisbaar voor de ideale fiscaal professional
Deze vijf eigenschappen zijn onmisbaar voor de ideale fiscaal professional
— 18 mei 2021
Bestaat er zoiets als de perfecte persoon voor een baan? Als we de vacatures mogen geloven dan is het in elk geval noodzakelijk om bepaalde eigenschappen te bezitten om in aanmerking te komen voor een functie. Als salesmanager moet je resultaatgericht zijn, als IT-professional analytisch en als HR-medewerker benaderbaar. Maar hoe zit dat met fiscaal professionals? Bestaat er een ideale fiscaal professional? En zo ja, aan welke karaktereigenschappen moet deze dan in elk geval voldoen? Ik geef je er vijf die uit onderzoek onder 245 ondernemers naar voren zijn gekomen.
Auteur: Juliette Goetzee, Managing Director bij Nextens
Betrouwbaar
Wanneer ondernemers wordt gevraagd naar eigenschappen die een ideaal fiscaal professional zou moeten hebben, dan staat betrouwbaarheid met stip op nummer één. Maar liefst 78 procent van de ondernemers benoemt betrouwbaarheid als onderdeel van hun top vijf. Geen andere eigenschap krijgt dezelfde massale steun van de ondernemers als deze. Geldzaken geven we als Nederlanders natuurlijk niet al te graag uit handen, dus de persoon moet blindelings te vertrouwen zijn. 69 procent zegt dan ook liever een fiscaal professional te hebben die betrouwbaar overkomt, dan een die communicatief vaardig is. Dat betekent overigens niet dat goede communicatie niet gewaardeerd wordt.
Teamplayer
De term ‘take one for the team’ zou niet onbekend moeten zijn bij de ideale fiscaal professional. Volgens twee derde van de ondernemers is de ideale fiscaal professional namelijk een teamplayer. Een echte teamspeler kan zich makkelijk aanpassen, is hulpvaardig en neemt verantwoordelijkheid wanneer dat nodig is. Hij of zij doet alles om het team zo goed mogelijk te laten werken. Het komt erop neer dat ondernemers de fiscaal professionals echt als onderdeel van het team willen zien.
Nauwkeurig
Net zoals je een recept compleet kan laten mislukken als je er teveel of te weinig van één product in stopt, klopt een berekening alleen als alle individuele cijfers correct zijn. Omgaan met cijfers vraagt dus om nauwkeurigheid en is volgens 63 procent een onmisbaar onderdeel voor de ideale fiscale kandidaat. Een eigenschap die hier in het verlengde van ligt is accuraatheid. Een accuraat persoon levert kwaliteit en kijkt kritisch en nauwgezet naar een product. Volgens 42 procent van de ondernemers een ideale eigenschap voor de fiscaal professional.
Adviserend
Het is niet enkel van belang dat de fiscaal professional de boekhouding bijhoudt, hij of zij is ook onmisbaar als het gaat om de optimalisering van financiële processen. 87 procent van de ondernemers vindt het dan ook belangrijk dat een fiscaal professional bedrijfsadvies geeft. Kennis van bedrijfskunde kan dan zeker een pre zijn om organisaties op de juiste manier te begeleiden en adviseren. 4 op de 5 ondernemers geeft dan ook aan dat de ideale fiscaal professional kennis heeft van bedrijfskunde.
Analytisch
Een laatste eigenschap die volgens de ondernemers niet mag ontbreken bij een fiscaal professional is analytisch vermogen. Het vermogen om vraagstukken op een gestructureerde manier aan te pakken en gemakkelijk de rood draad uit een verhaal halen. 62 procent van de ondernemers vindt dit een belangrijke eigenschap. Mocht je dit niet van nature bezitten dan is het een eigenschap die goed te trainen valt. Door niet meteen tot actie over te gaan maar doelgericht te kijken welke aanpak het beste bij het vraagstuk past, kan analytisch vermogen getraind worden.
Herken jij je als fiscaal professional in deze eigenschappen? Of vind je dat de ondernemers het mis hebben en er een belangrijke eigenschap ontbreekt? Laat het me weten in de reacties. Mocht je je nou helemaal in dit lijstje kunnen vinden en het gevoel hebben dan je de ideale fiscaal professional bent? Of denk je hem/haar te zien in een van je collega’s, vrienden, familieleden et cetera? Geef diegene of jezelf dan op voor de fiscaal professional van het jaar via: https://www.nextens.nl/fiscaal-professional.