Vattenfall bouwt waterkoker van 150 megawatt voor Amsterdam
Anne Nygård, via Unsplash Public Domain
Energieconcern Vattenfall gaat bij haar gascentrale in Diemen een elektrische boiler van 150 megawatt bouwen. De e-boiler zal duurzame stroom gebruiken en levert aan het warmtenet van Almere, Diemen en Amsterdam.
Later deze eeuw een logische warmtebron
Het stadswarmtenet van Vattenfall in de regio Amsterdam draait nu nog primair op de restwarmte van de gascentrale bij Diemen. Al in 2014 is een thermoskan van 22 miljoen liter gebouwd om warmte te bufferen.
Dankzij deze buffer kon de warmtelevering doorgaan op momenten dat er geen vraag naar elektriciteit uit de gascentrale was. Nu de opmars van wind- en zonnestroom doorzet, groeien de periodes dat de gascentrale voor de elektriciteitsproductie niet rendabel is terwijl de stadswarmte ervan afhankelijk blijft. Dit zowel in frequentie als in tijdsduur. De grote e-boiler stookt straks de buffer warm als er voor langere tijd goed waait en/of zonnig is, terwijl de vraag naar warmte onverminderd hoog is.
De boiler zet dan goedkope (en soms al overtollige) hernieuwbare elektriciteit om in warmte, zonder lokale emissies.
Niet de ideale volgorde in de energietransitie
Eerder leek Vattenfall een bescheidener e-boiler te gaan plaatsen, er is gesproken van 10 tot 100 megawatt in 2023. De vergunningsaanvraag gaf al wel ruimte om later op te schalen tot 200 megawatt. De Volkskrant schrijft vandaag dat het om een boiler van liefst 150 megawatt gaat, die in 2024 in bedrijf kan komen.
De stroomproductie is in 2024 waarschijnlijk nog niet vaak genoeg duurzaam genoeg om met een efficiëntie van 100% grootschalig warmte te produceren. Dat is meer iets voor 2030 of later. Tot die tijd is warmtelevering door warmtepompen (met een efficiëntie van 250 tot 600%) of duurzame biomassa qua CO2-uitstoot verstandiger. Een warmtepomp haalt echter niet de hoge temperatuur die de afnemers van het lokale warmtenet nodig hebben en de biomassaketel – die Vattenfall logischerwijs wel gepland had – lijkt er door groot en hevig protest uit de omgeving en het hele land voorlopig niet te komen.
Direct extra flexibiliteit
Hoewel het beter was geweest als de e-boiler pas ná 2030 de primaire energielevering van de biomassaketel had overgenomen, is het mooi dat het energieconcern ondanks tegenslagen doorwerkt aan de energietransitie.
Omdat de boiler snel aan en uit kan, kan hij al op korte termijn een mooie rol spelen in het uitvlakken van kortdurende overschotten en tekorten van elektriciteit. Belangrijker is dat de aardgascentrale straks bij langduriger overschotten wind- en zonnestroom niet meer hoeft te draaien om te voorkomen dat half Amsterdam bibbert van de kou. In landen met al veel meer wind- en zonnestroom, kernenergie en/of waterkracht hebben elektrodeboilers voor warmtenetten zich al ruimschoots bewezen. Hieronder een video (willekeurige fabrikant) met uitleg over het werkingsprincipe.
Imagecredit: Anne Nygård, via Unsplash Public Domain
Transitie in de jaren ’60 als voorbeeld voor ons afscheid van aardgas
De energietransitie van de jaren ’60, van kolen naar aardgas, ging eenvoudig omdat Nederland toen volgzamer was. Bovendien ging iedereen erop vooruit. Het had alleen maar voordelen om van Nederland een Gasland te maken, toch?
Twijfels over de kosten, klachten over de ombouw
Transitieadviseur Sven Ringelberg bestudeerde de overgang op aardgas in de jaren ’60. In zijn boek De Nederlandse Aardgastransitie nuanceert Ringelberg het beeld dat de transitie naar aardgas ‘vanzelf’ ging. Een aantal leerpunten uit de aardgastransitie voor de huidige energietransitie.
Dit artikel is aangeleverd door Sven Ringelberg. Ook interesse in publicatie van een ingezonden artikel? Neem contact op.
Waarom aardgas in woningen?
Met de vondst van een grote hoeveelheid aardgas werd Nederland in 10 jaar tijd omgebouwd tot Gasland. Meer dan 5 miljoen kookapparaten werden omgebouwd, duizenden kilometers leiding aangelegd en bij vele huishoudens kwam men achter de voordeur. De beslissing om aardgas in woningen te gebruiken was niet vanzelfsprekend. Er was een actieve kolenmarkt en Shell zag meer in het verkopen van aardgas aan de bulkmarkt. Door een aantal slimme consultants vanuit de Esso werd de minister en later de Tweede Kamer overtuigd om aardgas in te zetten in de markten waar het meeste te verdienen was, waaronder huishoudens.
Nederlanders hadden namelijk een arme energievoorziening in huis. Slechts 5% van de huishoudens maakte gebruik van centrale verwarming en aan het comfort van kolen stoken viel veel af te dingen. Daarbij kwam dat in 70% van de Nederlandse woningen al gasleidingen aanwezig waren. Deze werden gebruikt voor de levering van stadsgas. Nederland leek hiermee rijp voor de grote uitrol van aardgas. Tel daarbij op de mogelijkheid om comfort te verbeteren, relatief goedkoop meer warmte af te nemen en een volgzaam volk en je bent er toch?
De uitrol van het aardgas
Een groot verschil met de aanpak in de jaren 60 en nu is dat er een duidelijke regierol was voor de rijksoverheid. Na de vondst van het aardgas werd eerst meer dan een jaar overlegd hoe dit aardgas het beste ingezet kon worden en werden een aantal hindernissen getackeld. Een sterke publiek/private samenwerking was het gevolg en stevige landelijke en regionale coördinatie. De keuze dat aardgas aangeboden zou worden en de buizen voldoende gedimensioneerd om in de toekomst meer afname (centrale verwarming) mogelijk te maken, die werd landelijk genomen. Gemeenten kregen te horen wanneer de leiding langs zou komen en wanneer het aardgas aangeboden kon worden aan bewoners.
En die bewoners dan? Die werden natuurlijk volledig ontzorgt, het was gratis en mensen waren niet zo mondig als nu. Dit perspectief klopt maar half. De meeste bewoners maakte gebruik van stadsgas om te koken. Het laten ombouwen van de kookapparaten of deze vervangen was voor de meeste bewoners de meest logische stap. Het alternatief was op elektra gaan koken of kolen. Beide waren duurder in zowel gebruik en aanschaf. De kosten voor het aardgas? Die zouden niet meer dan anders zijn en bij meer gebruik zelfs goedkoper.
Toch was acceptatie niet vanzelfsprekend. Gemiddeld kostte het bewoners 50-100 gulden, een flinke uitgave in die tijd, om over te schakelen op aardgas voor het koken. En alleen dit koken op aardgas was lang niet voldoende om de investeringen van de Gasunie terug te verdienen. Het was nodig dat het verbruik van aardgas in woningen een factor 10 zou toenemen! Maar de kolenkachel vervangen door een nieuwe gashaard, dat kwam neer op één maandsalaris, zo’n 400-500 gulden.
Gratis was de grote ombouw dus niet. Daarbij komt dat Nederlanders niet zomaar overtuigd waren van het magische gas. Uit interviews komt naar voren dat mensen twijfels hadden over de kosten, afhankelijk zijn van een monopolist en geen zin hadden in troep in huis. Een stevig gestandaardiseerde ombouw en aanleiding van aardgas in woningen was het gevolg. Het doel: De impact op huishoudens zo laag mogelijk houden. Binnen één dag moest alles geregeld zijn voor een gemiddelde bewoner. Op papier klonk dit goed, maar in de praktijk kreeg de ombouw in Amsterdam 300-500 klachten binnen per week, met hilarische klachten zoals: “Ik heb een vlam van anderhalve meter, kunt u daarop koken?”
Participatie en acceptatie tijdens de aardgastransitie
Makke mensen in de jaren 60?
Deze klachten gaven geen aanleiding tot protest, hoe komt dat? Een combinatie van slimme propaganda, gerichte participatie en behoefte aan meer welvaart bij de bevolking.
De geleide loonpolitiek werd meer losgelaten rond die periode en Nederlanders blijken graag, net als nu, hun extra inkomsten te willen investeren in hun woning. U heeft vast ook meerdere verbouwingen gezien in uw omgeving de afgelopen 12 maanden. Zo was de gashaard populair onder pasgehuwden die een eerste woning kregen.
Participatie was gerichter dan nu. De keuze dat er geïnvesteerd zou worden in aardgas, die was genomen. De participatie ging vooral over de implementatie en praktische vragen van bewoners, precies waar in de praktijk ook de meeste vragen over zijn. Vele kookcursussen op aardgas en vragenavonden waren het gevolg. Hierbij werden zelfs ‘aardgasgirls’ ingezet door de gemeente Amsterdam om huisvrouwen te ondersteunen bij het koken of de aanschaf van nieuwe aardgas kooktoestellen.
Benader mensen als consument en ze gedragen zich als consument
Een groot contrast met de aanpak nu was de reclame. Waar we nu veel tijd spenderen aan het berekenen van de kosten en woonlastenneutraal verdedigen ging het in de jaren 60 vooral over comfort, status en gemak. Kosten waren er, ook voor de huishoudens met de kleinste portemonnee, maar het aardgas voldeed aan behoeften. Waar we nu Nederlanders vooral als consumenten behandelen, lag er in de jaren 60 de nadruk op de burger. Onderzoek laat ook zien dat als je mensen als consumenten benaderd, ze zich ook zo gaan gedragen.
Makke mensen in de jaren 60? Ik denk het niet. Eerder een product waar behoefte aan was, een duidelijke rijksoverheid, slimme propaganda en participatie. Voor onze energietransitie kunnen we meer jaren 60 energie gebruiken.
Sven Ringelberg is adviseur bij Transitiepaden, Simpel Subsidie en werkt aan de verduurzaming van de bestaande woningbouw. Zijn boek is te koop via zijn website.
Imagecredit: Afbeeldingen aangeleverd door Sven Ringelberg.
Aardgasloos verwarmen: elektrische alternatieven voor aardgas
Ivar Vagero, via Unsplash Public Domain
Nederland wil binnen dertig jaar CO2-neutraal zijn. Dat betekent dus ook geen gebruik meer van aardgas. Nieuwe woningen worden aardgasloos opgeleverd en bestaande woningen zullen de komende tijd verduurzaamd worden.
Dit artikel is onderdeel van een samenwerking met Feenstra.
Je woning aardgasloos verwarmen levert niet alleen iets op voor het milieu, ook voor de portemonnee kan het gunstig zijn. De maatregelen vragen om een investering maar tenminste een deel daarvan verdien je op termijn terug door een lagere energierekening.
Aardgasloos verwarmen begint bij een goede isolatie om warmte niet onnodig te verliezen. In dit artikel vertellen we je welke alternatieve systemen er zijn voor verwarmen op aardgas, oftewel aardgasloos verwarmen. Ook leggen we uit hoe je goed kunt ventileren zonder onnodig warmte te verliezen om nog meer energie en kosten te besparen.
Warmtenet of verwarming op elektriciteit
Steeds meer woningen zullen worden aangesloten op het warmtenet. Dit is een systeem voor collectieve warmte dat een grote rol zal spelen in de energietransitie. Er is ook een kans dat je woning verwarmd zal worden met behulp van elektriciteit. Voor meer informatie hierover kun je terecht bij je gemeente.
Puur elektrische verwarming
Bij elektrisch verwarmen is het belangrijk dat de installatie als hoofdverwarming gebruikt kan worden. Oplossingen hiervoor zijn een elektrische cv-ketel of infraroodverwarming. De elektrische cv-ketel doet hetzelfde als een cv-ketel op aardgas. De ketel verwarmt het water dat naar de radiatoren stroomt. Alleen wordt dit niet gedaan door een brander en warmtewisselaar zoals bij een traditionele cv-ketel maar door een elektrisch verwarmingselement. Infraroodverwarming maakt gebruik van warmtestraling via een muur of paneel. Andere mogelijkheden zijn elektrische kachels of vloerverwarming.
Het nadeel van deze vormen van puur elektrische warmteproductie is dat het stroomverbruik hoog ligt. Zo lang elektriciteit nog vooral uit kolen- en gascentrales komt is deze vorm van verwarmen niet duurzaam.
Warmtepomp als duurzaam elektrisch verwarmsysteem
Een ander soort elektrisch verwarmingssysteem is de warmtepomp. Hierbij ligt het stroomverbruik stukken lager omdat deze gebruik maakt van warmte uit de bodem of de buitenlucht. In het gebruik is een warmtepomp vaak wel drie keer zo zuinig als een puur elektrische vorm van verwarmen. Daarnaast is de warmtepomp een minder zware belasting voor de elektriciteitsaansluiting. Een ander voordeel van warmtepompen is dat ze doorgaans voor warm tapwater zorgen. Ook al zijn warmtepompen duurder in aanschaf en minder eenvoudig te installeren, het is een goed en duurzaam alternatief voor aardgas. Zeker als je cv-ketel binnenkort aan vervanging toe is.
Warmte terugwinnen uit ventilatielucht
Woningen zijn steeds beter geïsoleerd. Daarmee is het belang van schone lucht binnenshuis steeds duidelijker. Voor een goede gezondheid is een goed luchtklimaat nodig. Dit creëer je door de ramen af en toe open te zetten, met mechanische ventilatie of met een warmte terugwin installatie (WTW). Een goede ventilatie is zo belangrijk dat in nieuwbouwwoningen al sinds de jaren ’80 een vorm van mechanische ventilatie verplicht is.
Een WTW wint warmte terug uit lucht die wordt uitgeblazen. Deze warmte wordt gebruikt om verse buitenlucht op te warmen. Zo heb je niet alleen gezonde lucht in huis maar blijft ook de aangename temperatuur duurzaam behouden. Doordat de warmte wordt hergebruikt, draagt een WTW bij aan verduurzaming van elke woning.
Zorgeloos wonen
Warm gelopen voor een zorgeloze, aardgasloze toekomst? Feenstra is dé partner om je woning te verduurzamen. Alle informatie, advies en gecertificeerde vakmannen onder één dak. Of het nou gaat om de ontwikkelingen in de energietransitie, zonnepanelen, verwarmen, ventilatie, of energie- en kostenbesparing. Zorgeloos wonen voor jezelf, je portemonnee én voor het milieu.
Imagecredit: Ivar Vagero, via Unsplash Public Domain
Goedkoop aardgasvrij met een klopboor? BoringHeat wint prijzen!
Ronix, via Unsplash Public Domain
Toen Ingrid, Geert en Henk in 2018 aan het klussen waren in hun studentenhuis in Leiden, had geen van drieën ooit gedacht dat ze 3 jaar later in de finale van de Europese innovatiewedstrijd Energy Breakthrough zouden staan.
Duurzame draaiwarmte
Het idee voor BoringHeat ontstond dat klusweekend, zegt Ingrid. “Na bevestigen van twee muurplanken zeurde Henk dat zijn gemberthee was afgekoeld. Ik riep dat hij niet moest zeiken en stak de klopboor in de theekop.”
Tot verbazing van de studenten warmde de thee daadwerkelijk op. De draai-energie van boor werd overgedragen op het theewater. Het was Geert, student theologie, die als eerste kansen zag: “We hadden net met de huisbaas geregeld dat we groene stroom afnemen. De boor werkte dus op Nederlandse windstroom en produceerde zo volledig duurzame warmte.”
Van lauwe gemberthee tot een duurzaam warm studentenhuis
Wat op de schaal van een kop thee werkt, werkt misschien ook op de schaal van het hele huis, dacht Geert. Hij vond op AlieExpress een zware kernboormachine van 3,8 kilowatt en haalde bij de bouwmarkt een regenton en wat leidingwerk om de vinding op het bestaande CV-circuit aan te sluiten. “Het was nog wel een typisch studentenprototype, maar het werkte direct”
‘U vraagt, wij draaien lekker warm’
“Zelfs toen we afgelopen februari konden schaatsen bleef het behaaglijk in ons kierende studentenhuis. Er waren wel wat buren die klaagden over lawaai, maar dat deden ze ook toen we nog aardgas stookten.”
Een verslaggever van het Leids Dagblad nam de innovatie op in een artikel over de Energietransitievisiestrategie Warmte voor de energieregio Holland Rijnland. “Toen ging het balletje rollen”, zegt Ingrid. “Een oud-directeur van een groot Nederlands bouwconcern belde op dat hij graag in ons concept wilde investeren.” Met deze investering is de innovatie uitgewerkt tot een verkoopbaar product, waarvan bij een woningcorporatie in Leiderdorp nu de eerste 5 exemplaren op proef draaien.
“Dat is wel spannend, dat echte gezinnen voor hun warmte afhankelijk zijn van ons product”, zegt Geert. “Maar vooralsnog zijn ze enthousiast, of eigenlijk gewoon tevreden. De draaiwarmte werkt voor de bewoners evengoed als de oude gasketel. Bijna saai. De naam van onze startup, BoringHeat, is bedacht door een van de eerste bewoners. Wij vinden’m leuk!”
Gedoodverfde favoriet gediskwalificeerd
In september 2020 won BoringHeat een nationale wedstrijd voor studentondernemers, en daarmee een nominatie voor Energy Breakthrough. In de categorie duurzame warmte wisten de Leidse studenten al 43 concurrenten uit heel Europa achter zich te laten. Aanstaande donderdag mag Ingrid pitchen in de finale van de prestigieuze innovatiewedstrijd.
Nullpunkt Wärme bleek stiekem een warmtepomp
Oorspronkelijk zou BoringHeat zich meten met 4 andere startups. Twee weken geleden viel de Zwitserse startup Nullpunkt Wärme echter door de mand. Deze startup beloofde 5 kilowattuur (kWh) warmte te leveren voor elke kilowattuur verbruikte elektriciteit. Een rendement van liefst 500% dus.
“Dat rendement maakten ze zeker waar, alleen niet dankzij een of andere mysterieuze nulpuntenergie”, zegt Ingrid. “Toen de jury na enige achterdocht de behuizing van de vinding openschroefde, bleek daarin een ouderwetse warmtepomp verstopt.”
Het komt nu echt aan op de beste pitch
Na de diskwalificatie van Nullpunkt Wärme zijn nog 4 finalisten over. Naast BoringHeat zijn dat het Britse HeatWayv (verwarming op basis van microgolftechnologie), het Franse Lumière Chaude (compacte verwarmingselementen die passen in een standaardfitting voor ledlampen) en het Friese Tieluk (bufferloze elektrolyse naar waterstofketel).
Winst of geen winst
Opvallend is dat de vier finalisten elkaar qua efficiëntie nauwelijks ontlopen. Bij benadering zijn ze stuk voor stuk 90 tot 100% efficiënt.
“Met een efficiëntie van 500% was Nullpunkt Wärme dé te kloppen concurrent. Nu dat een vermomde warmtepomp bleek, zijn 4 aan elkaar gewaagde finalisten over”, zegt Geert. “Alle innovaties zijn lekker gek maar geen een is er bijster efficiënt. Ingrid moet met haar pitch het verschil maken. Het komt echt aan op wie het leukste verhaal heeft.”
De hoop is natuurlijk op winst donderdag, maar daar is het succes van BoringHeat al nauwelijks meer van afhankelijk. Liefst 7 Nederlandse gemeenten hebben aanvragen gedaan voor een pilot, en 3 woningcorporaties willen ook testen met de draaiwarmte als directe vervanging van een ketel op aardgas. “De jury bepaalt aanstaande donderdag dus vooral of het heel goed of ontzettend goed met ons gaat de komende jaren”, zegt Ingrid. “Die gedachte helpt me mijn zenuwen te bedwingen.”
Toevoeging 08:30. Via Twitter kreeg ik de vraag of vloerverwarming en/of extra isolatie nodig is om BoringHeat toe te passen. Snel nog even gecheckt bij de startup: “BoringHeat kan een reguliere gasketel één op één vervangen”, zegt Geert. “Vloerverwarming kan als je dat prettig vindt en isoleren kan natuurlijk nooit kwaad, maar noodzakelijk is het zeker niet.”
Naast de juryprijs is aanstaande donderdag ook een publieksprijs te vergeven. Stemmen kan nog tot woensdag 16:00.
Imagecredit: Ronix, via Unsplash Public Domain
Wie woonlastenneutraal garandeert, oogst een VT-Wonensubsidie
Nastuh Abootalebi, via Unsplash Public Domain
De CO2-uitstoot in Nederland moet zo snel mogelijk naar netto nul. Ook in de gebouwde omgeving. Een brede Kamermeerderheid van 92 zetels wil garanderen dat dit voor alle huishoudens woonlastenneutraal gebeurt.
Woonlastenneutraal is en blijft een verstandig streven
De renovatie van elk tochtig huis met enkel een ketel op aardgas tot een gezond geïsoleerd huis dat aardgasvrij (of aardgasvrij-ready) is, kost geld. Na de renovatie zal het energieverbruik in hetzelfde pand als het goed is aanmerkelijk lager liggen. De energierekening dus ook.
In een aantal gevallen is de energierekening zoveel lager dat de maandelijkse extra kosten gerelateerd aan de financiering van de duurzame renovatie precies zo groot zijn als de financiële besparing op de energierekening. De verduurzaming is in dat geval woonlastenneutraal uitgevoerd. Zonder dat bewoners extra geld kwijt zijn, leven ze een aantal labelstappen duurzamer.
Het hierboven beschreven scenario was in het klimaatakkoord opgenomen als streven. Precies woonlastenneutraal zal vrijwel nergens lukken maar het is altijd een verstandig richtsnoer. De intentie om de kosten voor een renovatie in balans te houden met de besparing op de betreffende energierekening, dwingt om sober en doelmatig te investeren in CO2-reductie. Belangrijk, het gaat tenslotte om bijna 8 miljoen woningen. Woonlastenneutraliteit is een mooi streven, kortom.
Aangenomen Motie Beckerman garandeert woonlastenneutraliteit
Aangespoord door afkalvend draagvlak voor aardgasvrij en opgehitst door berichten dat de eerste duurzame renovaties in proefwijken aardig in de papieren lopen, voelde de Nederlandse politiek zich meer en meer geroepen bewoners gerust te stellen. Met de verkiezingen al aan de horizon plaatste Sandra Beckerman (SP) in oktober 2020 een tactische motie. Ze wilde het streven naar woonlastenneutraliteit omvormen tot een garantie op woonlastenneutraliteit bij verduurzaming.
SP vindt steun bij o.a. VVD, FvD en CDA
Liefst 11 van de op dat moment 16 fracties in de Tweede Kamer stemden voor. Alleen de PVV, D66, GroenLinks, PvdD en Van Kooten-Arissen zagen de door Beckerman geformuleerde garantie niet zitten.
Als de met 92 stemmen aangenomen motie de komende 30 jaar wordt uitgevoerd dan is elke Nederlander verzekerd van een verduurzaming die hem als bewoner effectief niets kost. Elke bewoner van een huis is echter ook belastingbetaler en betaalt zo alsnog de verduurzaming, mogelijk aanmerkelijk meer dan als de woonlastenneutraliteit een streven was gebleven. Dat legt nogal een hypotheek op de haalbaarheid en betaalbaarheid van het Nederlandse klimaatakkoord.
Of de garantie het draagvlak voor verduurzaming vergroot is daarbij nog maar de vraag.
Wat telt als woonlasten, en over welke periode geldt de garantie?
Tot de woonlasten behoren huur, hypotheek, energie, belastingen, verzekeringen en onderhouds- en servicekosten. Woonlastenneutraal betekent dat de som van de woonlasten voor de renovatie gelijk is aan de som na de renovatie. Wat betekent dat bijvoorbeeld voor huiseigenaren die een verduurzaming uit spaargeld financieren? Welke terugverdientijd hanteert de overheid in dat geval bij de garantie op woonlastenneutraliteit?
En welk deel van een renovatie telt als verduurzaming? Wat telt als regulier onderhoud, voor rekening van de bewoner? En nemen we de woonlasten bij de huidige prijzen van aardgas als referentie of bij de verwachte kosten voor aardgas in 2035? Woonlastenneutraliteit lijkt een helder begrip maar het is al snel aan interpretatie onderhevig. Zo lang het om een streven gaat is die interpretatie een zaak van de bewoner. Met de garantie op woonlastenneutraliteit is het een zaak van de overheid.
De overheid zal een verschil tussen investering en besparing op energiekosten moeten subsidiëren. Om doelmatig en rechtvaardig te kunnen subsidiëren, moet de overheid voor elke investering bepalen of deze subsidiabel is én in de jaren daarna volgen wat het effect op de woonlasten is geweest. De garantie op woonlastenneutraliteit staat garant voor theater.
Gegarandeerd 30 jaar lang een heerlijke chaos
In de proefwijken is net geleerd dat aardgasvrij in elke woning maatwerk vergt. Een groot aantal partijen pleit er deze verkiezingscampagne bovendien voor om de wijkaanpak alweer los te laten. Bewoners moeten volgens die partijen de vrijheid houden zelf te bepalen in hoeveel stappen en op welk moment zij hun woning verduurzamen.
Laten we aannemen dat eigenaren van 8 miljoen woningen gemiddeld in 3 stappen afscheid nemen van aardgas. Voor 2030 de meest lucratieve isolatie, voor 2040 een hybride warmtepomp en vloerverwarming en tot slot voor 2050 definitief afscheid van aardgas ten gunste van een volledige warmtepomp, een waterstofketel of toch een warmtenet.
Bonnetjes, bonnetjes, bonnetjes
Laten we aannemen dat deze huiseigenaren per stap gemiddeld 3 facturen declareren bij een subsidieaanvraag in het kader van de garantie op woonlastenneutraliteit.
Dat zijn dan 72 miljoen facturen in totaal de komende 30 jaar. Tot 2050 dagelijks ruim 6.500 facturen op basis waarvan een ambtenaar moet bepalen of de staat voor de kosten moet opdraaien. Stel dat je 1.000 gespecialiseerde ambtenaren à €100.000 per jaar nodig hebt om dagelijks 6.500 facturen te beoordelen: € 3 mrd extra kosten tot 2050.
Wanneer de eerste spijt van de garantie op woonlastenneutraliteit?
Tussen de facturen zullen brave declaraties en heldere afwijzingen zitten; iemands oom Henk zal proberen zijn man-cave te verwarmen net een 120 inch flatscreen als IR-paneel. Veel lastiger zijn de twijfelgevallen; als de buurman zijn keuken uit 1997 sloopt om een voorzetwand te plaatsen, komt de nieuwe keuken dan in aanmerking voor subsidie? Voor welk deel?
Zo is aardgasvrij pas echt duur
Als de buurvrouw een ongeïsoleerd dak vervangt voor een modern geïsoleerde dakkapel, welk deel van de investering is dan voor eigen rekening en welk deel voor kosten van de staat?
Stel dat je je enkelglas laat zitten en gevoerde verduisterende gordijnen opvoert als isolatiemaatregel? Wat als je ‘s winters graag dobbert in je buitenzwembad en je vervangt de gasketel door een elektrodeboiler? Wat als een knappe bril op een witte prins een tochtig grachtenpand met subsidie omkat tot 23 all-electric studio’s volgens de laatste VT-wonentrends?
Stel dat het, zoals door het Economisch Instituut voor de bouw voorgerekend, inderdaad gemiddeld € 40.000 kost om een woning duurzaam aardgasvrij te maken. Stel dat je de helft daarvan zeker terugverdient en de andere helft misschien?
Stel dat iedereen die zijn woning duurzaam laat renoveren zich zelf daar voor een beetje beloond en gemiddeld slechts een half procent naar zich toerekent: €16 mrd onterecht gegunde subsidie. Stel dat alle aannemers en leveranciers die deze grote taak tot 2050 uitvoeren in het kader van de woonlastenneutrale subsidie de vrijheid nemen om de marge met gemiddeld slechts 2% te verhogen: €64 mrd extra onterecht gegunde subsidie.
De ophef over de ongelukkige bijtellingsregeling – die verwerd tot een financiering van €6 mrd voor sjoemeldiesels met een fopaccu – kan wel eens verbleken bij ophef die over een jaar of zes oplaait naar aanleiding van de garantie op een woonlastenneutrale verbouwing voor iedereen. Maar moeten we daar nu net voor de verkiezingen al een punt van maken?
Imagecredit: Nastuh Abootalebi, via Unsplash Public Domain
‘Duitse subsidie op aardgas’ vooral bij Nederlanders bekend?
Roman Kraft, via Unsplash Public Domain
Als een debat over het aardgasvrij maken van woningen maar lang genoeg duurt, trekt een van de deelnemers geheid een keer een vergelijking met onze oosterburen. Duitsland subsidieert tenslotte juist ketels op aardgas, toch?
Favoriete gekke henkie drogreden
Verwarmingsketels op fossiele energie stoten CO2 uit en dragen bij aan klimaatverandering. Dat geldt voor ketels in Roermond en dat geldt voor ketels in Keulen. Dat geldt voor alle ketels op aardgas, olie en kolen.
In allerhande klimaatverdragen en -akkoorden is beklonken dat zowel Nederland als Duitsland de CO2-uitstoot steil moeten terugdringen, tot netto nul tegen 2050. Dat betekent dat ook de uitstoot gerelateerd aan het verwarmen van Nederlandse en Duitse woningen steil omlaag moet. In beide landen is een warmtetransitie nodig, die aanvangt in het hier en nu.
- De aanvangssituatie in Duitsland. Grofweg de helft van de Duitse huishoudens stookt aardgas. Zo’n 14% van de Duitse huishoudens is verbonden aan een warmtenet, 5% verwarmt elektrisch. Daarnaast stookt een kwart van Duitsland op brandolie en zitten er in de restgroep nog huishoudens op propaan en zelfs op steenkool. Van de huishoudens die stoken op aardgas of brandolie maakt een groot aandeel gebruik van verouderde techniek met een laag rendement;
- De aanvangssituatie in Nederland. In Nederland stookt zo’n 90% van de huishoudens de woning warm met ketels op aardgas. De rest van de woningen is gekoppeld aan een warmtenet of maakt gebruik van een warmtepomp. Een groot deel van de Nederlandse woningvoorraad heeft de overstap naar een hoogrendementsketel (HR-ketel) al jaren geleden gemaakt.
Twee klimaatdoelen voor dezelfde gebouwde omgeving
Het einddoel voor woningen in zowel Duitsland als Nederland is hetzelfde; tegen 2050 netto nul CO2-uitstoot. Daarnaast geldt voor zowel Duitsland als Nederland een tweede doel; de uitstoot in de gebouwde omgeving moet tot aan 2050 gestaag dalen. Zoals hierboven geschetst verschilt de aanvangssituatie. Dat leidt logischerwijs tot verschillen in klimaatbeleid.
Gekke henkie loopt hier mooi voor
Voor politici en opiniemakelaars die goedkoop willen scoren in verkiezingstijd is het heerlijk om deze verschillen uit de context te trekken en te misbruiken om een karikatuur van het Nederlandse aardgasbeleid te maken.
Voor het overgrote deel ligt beleid om CO2-uitstoot op de korte termijn te beperken in het verlengde van beleid om de uitstoot tegen 2050 op nul te krijgen. Verbeteren van isolatie, kierdichting en ventilatie helpen direct om het energieverbruik te beperken én vereenvoudigen de uiteindelijke stap naar een warmtebron zonder CO2-uitstoot.
Deze vlieger gaat helaas niet altijd op. Overstappen van een ketel op kolen of brandolie naar een ketel op aardgas levert direct een grote CO2-reductie. Ook vervangen van een ketel met een laag rendement voor een HR-ketel draagt sterk bij aan het beperken van de CO2-uitstoot. In beide laatste gevallen is echter op later moment alsnog een investering in een niet-fossiele warmtebron noodzakelijk. Hier komt het verschil in aanvangstsituatie tussen Nederland en Duitsland tot uiting:
- Het Duitse dilemma. Voor zeker een kwart van de Duitse woningen is op korte termijn veel winst te behalen door een laagrendements ketel op olie te vervangen door een HR-ketel op aardgas. Daarom subsidieert Duitsland (onder voorwaarden) de overstap naar HR-ketels op aardgas. Dat dat de Duitse transitie naar netto nul uitstoot in de gebouwde omgeving mogelijk lastiger maakt, neemt de Duitse overheid voor nu op de koop toe;
- De Nederlandse voorsprong. Voor Nederland speelt dit dilemma gelukkig niet. Nederlanders met een ketel stoken bijna allemaal al de schoonste fossiele brandstof (aardgas) en maken gebruik van de meest efficiënte techniek (HR-ketels). De Nederlandse overheid heeft de overstap van kolen- en olieketels naar aardgas al in grootmoeders tijd gestimuleerd en subsidieerde daarna de installatie van HR-ketels jarenlang stevig.
Dankzij jarenlange stimulering van aardgas hoeft Nederland aardgas vandaag niet meer te stimuleren. De tussenstap die Duitsland nog besloot te bevorderen, heeft Nederland al lang genomen. Nederland loopt op dit aspect duidelijk voor op Duitsland. Voor Nederland is beleid om aardgas uit te faseren daarmee juist de enige logische vervolgstap.
Duitsland gelukkig ook geen verrückter Henkie
Toekomstbestendige voorwaarden
Hoe graag populistische politici en opiniemakelaars het ook roepen, Nederland is zeker geen gekke Henkie omdat Nederland aardgasketels uitfaseert terwijl Duitsland ze subsidieert.
Het omgekeerde is gelukkig ook niet waar. Duitsland strooit niet lukraak met subsidies om er maar zoveel mogelijk aardgas doorheen te jagen. Natuurlijk snapt ook de Duitse politiek dat aardgas hooguit een tussenoplossing is. Het Bundesministerium für Wirtschaft und Energie waarschuwt dat uitfaseren van aardgas ook in de Duitse gebouwde omgeving op handen is.
Op de site van de KfW zijn de voorwaarden voor subsidies op verduurzamen van Duitse woningen na te pluizen. In tegenstelling tot wat populisten claimen, blijkt dat er überhaupt geen sprake is van een directe Duitse subsidie op aardgas. Alleen woningeigenaren die hun huis stevig isoleren of investeren in een zonneboiler of biomassaketel kunnen onder voorwaarden óók de vervanging van een verouderde verwarmingsketel meenemen in een subsidieaanvraag. Die ketel moet bovendien sowieso geschikt zijn om later een duurzame warmtebron bij te schakelen, bijvoorbeeld een hybride warmtepomp.
In werkelijkheid wijken de doelen en instrumenten van het Duitse beleid dus nauwelijks af van het Nederlandse beleid. De Nederlandse uitgangssituatie maakt subsidiëren van HR-ketels overbodig, dat is alles.
Wat we wel van Duitsland kunnen leren
Onafhankelijk advies, óók met subsidie
Wat ook in zowel Duitsland als in Nederland speelt, is dat verduurzamen van bestaande woningen complex is. Geen huis is hetzelfde en voor elk huis zijn er vele routes naar een lagere energierekening.
Het is mooi dat Nederland individuele huiseigenaren steunt met subsidies op losse maatregelen maar dat blijft toch een zoekplaatje. Vrijwel niemand met een koophuis is specialist in verduurzamen. De keuze nog even niets te doen is altijd de meest overzichtelijke. Mede daarom schiet het nog niet op met verduurzaming in de gebouwde omgeving. Om het eeuwige afwachten te ondervangen prikkelt Duitsland bewoners op twee manieren om wel door te pakken:
- Wegnemen keuzestress. De Duitse overheid verwijst woningeigenaren naar erkende duurzaamheidsspecialisten en subsidieert (naast de fysieke investeringen) óók hun advieskosten. Deze specialisten begeleiden vervolgens ook de daadwerkelijke duurzaamheidsrenovatie en beoordelen of de aannemer van een renovatie goed werk heeft geleverd;
- Meer doen is lucratiever. Voor de kleinste verduurzamingsstappen subsidieert Duitland slechts 20% van de kosten, tot een maximumbedrag van €10.000. Een integrale renovatie tot het hoogste duurzaamheidsniveau komt in aanmerking voor 40% subsidie, tot een maximumbedrag van €48.000.
Deze combinatie maakt het onwaarschijnlijk dat Duitsers die de overstap naar een warmtepomp kunnen maken toch voor een gasketel kiezen. In de praktijk is de ‘Duitse subsidie op aardgas’ in Nederland waarschijnlijk bekender dan in Duitsland zelf. Als het nieuwe kabinet Duitsland als voorbeeld wil nemen, vergeet dan het populaire gejammer over aardgas als schoonste brandstof. Neem de subsidie op onafhankelijk advies over en stuur net als Duitsland op integraal doordachte renovaties.
Imagecredit: Roman Kraft, via Unsplash Public Domain